De bouwheer had twee voorwaarden waaraan de woning moest voldoen: het moest een plek zijn waar gewerkt kon worden én er moest ruimte zijn om te kunnen overnachten. Het resultaat werd een praktische woning op een schitterende locatie.
De woning werd gebouwd op het hoogste punt van het bouwterrein. Ondanks het feit dat het er vol staat met bomen, heb je er toch een prachtig zicht op het meer dat lager gelegen is en je kan bereiken via een trap. Met 130 treden een uitstekende conditietraining.






Beneden heeft de bouwheer, een kunstenaar, plek om te werken. Boven is er ruimte voorzien om te overnachten. Buiten is de noordzijde van de woning, net zoals het dubbele puntdak, bekleed met gegalvaniseerd staal. De andere drie gevels werden voorzien van rode ceder. Een lokale, sterke houtsoort met natuurlijke oliën die als een natuurlijke bewaring van het hout werken en voorkomen dat het snel gaat rotten.







Ook binnen is de afwerking voor een groot deel met ceder gedaan. Het hout heeft bovendien een typische geur: aangenaam voor de mens, maar afschrikwekkend voor insecten zoals muggen, motten en houtworm. Binnen zijn alle ruimtes open gebleven. Zo kan de warmte van de kachel gemakkelijk elk plekje verwarmen. De ventilator aan het plafond zorgt ervoor dat de warmte niet op het hoogste punt, in de nok van het dak, blijft hangen.
Bron & foto’s: Jeffery S. Poss Architect